|
(Swing) Wespelaar België 16, 17 en 18 augustus 2019
Tekst: vrijdag Bert Lek; zaterdag en zondag Paul Scholman
Foto’s: Bert Lek
De tweeëndertigste editie van Swing Wespelaar gaat lekker van start met Steven Troch (ex Friend Bourbon), zang en harmonica en zijn band. Alleen Liesbeth Sprangers op bas staat hem nog ter zijde uit de oude formatie. Gitarist Matt T. Mahony vervangt Steven van der Nat en drummer Bernd Coene neemt de plaats in van “King Berik” Heirman, die wegens drukke werkzaamheden in zowel zijn privé als zakelijk leven het drumstokje heeft moeten neerleggen.
Inmiddels heeft de band twee albums uitgebracht; ‘Nice ’n Greay’ uit 2016 en twee jaar later ‘Rhymes For Mellow Minds’. Het wordt een lekker afwisselende set. Heel wat nummers zijn van zijn nieuwe plaat. De song ‘Bad Taste’ gaat over mensen met een slechte smaak én met ‘White Lane Express’ neemt hij ons mee voor een lange treinrit. Gypsy blues en reggae tunes worden fijntjes verweven met een swingende ‘Mister Jones’ en het Chicago blues begeesterde ‘Don’t Lose Your Hat’.
Lucky Peterson feat. Tamara Tramell is de tweede act op deze natte avond. Blueslegende Willie Dixon ontdekte Lucky Peterson toen hij amper drie-jaar oud was. Lucky was een wonderkind op keyboard en piano. Op veertienjarige leeftijd zag ik de blaag in Paradiso, maar hij kon de weelde van de “roem" niet aan en hij raakte aan de drugs, waardoor veel tournees in het begin van deze eeuw op het laatste moment werden gecanceld. Gelukkig is dit mede door zijn jonge vrouw Tamara Tramell, die een gedeelte van de set niet onverdienstelijk voor haar rekening neemt, van de baan.
Qua postuur heeft hij veel weg van B.B. King, zijn stem is aangenaam en zijn Hammond-stijl is van uitzonderlijke klasse. Jammer alleen dat alles loeihard het plein opkomt. In het tweede gedeelte van zijn set staat de gitaar centraal. Lucky loopt het publiek in, dat hem helemaal opneemt.
Tinsley Ellis (62) werd geboren in 1957 te Atlanta, maar groeide op in het zuiden van Florida. Hij bespeelt de gitaar sinds zijn achtste levensjaar. Hij werd vooral beïnvloed door de Engelse Bluesboom: Yardbirds, Animals en de Rolling Stones. Sinds 1988! staat hij onder contract van het Amerikaanse Alligator label. (Met twee uitstapjes naar het Capricorn en het Kingpin label)
Of het komt door het overdonderd concert van Peterson of door het mindere weer, ik weet het niet: zijn spel is technisch in orde, net als zijn stem maar het pakt de mensen niet.
In oktober speelt de Dave Warmerdam Band op de Dutch Blues Challenge in Nieuw-Vennep. Deze jonge groep ontwikkelt zich vol op en krijgt nu al de kans om op het gerenommeerde Swing Wespelaar de aftrap van de tweede dag te doen.
Na afloop laat de 'Hollandse Enclave' louter positieve reacties horen. De band brengt heel veel nieuwe eigen nummers, die de reeds aanwezige bezoekers verrassen, omdat er zoveel expressie en soul vanuit gaat. De bedoeling is dat er binnen korte tijd alleen nog maar eigen repertoire op de setlist staat. De progressie is daar, nu nog even doorpakken voor de finishing touch.
De Portugese zanger, gitarist Vitor Bacalhau heeft een hoge stem en is eigenlijk meer een rockzanger dan een blueszanger. Zijn gitaarspel heeft wel meer blues en het soundje daarvan is wat snerpend te noemen à la Roy Buchanan. Hij heeft de kunst van het weglaten nog niet onder de knie, waardoor het lijkt of hij geen rust in zijn spel heeft. Te veel noten aan willen slaan, alles op snelheid, maar smaken verschillen, want er zijn ook mensen die het schitterend vinden wat de man uit zijn snarenplank tovert. De band is ontegenzeggelijk strak. Over Zappa ga ik het niet hebben verder... Appels met peren vergelijken. Maar wie is de appel en wie is de peer? Blues Peer…. Right.
Met Johnny Burgin & Quique Gomez krijgen we de eerste harpgeluiden over Wespelaar heen gestrooid. De twee weten elkaar moeiteloos te vinden en vullen elkaar uitstekend aan. Burgin op zijn gitaar heeft met de groten uit Chicago gespeeld en is een veel gevraagd muzikant aldaar. Tail Dragger heeft hem min of meer op de map geplaatst in zijn jonge jaren en heeft veel aan hem te danken waar hij nu staat. Heer Gomez blijkt naast zijn blues-harpistische klanken ook een prima blueszanger te zijn. Prima formatie die perfect past tussen de op deze dag geprogrammeerde bands. Niks is hetzelfde waardoor elke line-up prima vol te houden is. Kortom het verveelt nooit.
Watermelon Slim heeft zijn Dulcimer op een houten plank liggen en staat achter zijn microfoon scherp als altijd te zingen en te verhalen met tussendoor een snerpende harmonica ten toon te spreiden om de echte blues over ons heen uit te strooien. In zijn laatste baan was hij een truckdriver wat niemand eigenlijk verbaast want hij gebruikt een dikke dopsleutel als slide, wellicht ter herinnering, maar vooral omdat het goed klinkt. On The Road kan hij af en toe zijn wielmoeren nog even natrekken. President van de VS, Trump krijgt een sneer. Wij Europeanen hebben het beter bekeken, vindt Slim... snerpend. Vet applaus als de hoed af gaat. Recent bracht hij een cd ‘Church Of The Blues’uit met weer een aantal heerlijke bluesnummers en statements. Zeventig jaar is de man inmiddels, maar op het podium gaat hij nog immer energiek van leer. Een mooie vent met het blueshart op de juiste plek.
De Bobby Radcliff Band ben ik eerlijk gezegd uit het oog verloren de afgelopen jaren. Sinds hij Magic Sam ontmoette en bevriend met hem werd is het snel gegaan met de man eind zestiger jaren. Door de jaren heen trad hij steeds op in de Scandinavische landen, maar de scouts van Wespelaar hebben oog voor hem gehad en staat de man nu hier op Swing met ballads en het snellere gitaarwerk. Hij heeft een stem die de tranentrekkers met wat hij zingt extra weet te versterken en dat komt door de ‘snik’ in zijn stem.
Ik denk even ‘alle duifjes op de dam’ te horen en ik denk even dat de biertjes zijn werk begonnen te doen, maar gelukkig bij het tellen op dat moment bleef ik hangen bij twee, hooguit drie…
Jamiah Rogers, zang en gitaar geeft veel powerblues en pakt soms een stilte om zijn uitspattingen extra te accentueren. Hij vangt aan met ‘Dust My Broom’ en eindigt met ‘Hoochie Coochie Man’. Daartussen hoor je zo ongeveer alle reeds platgetrapte nummers die ertussen passen. Hij gooit zijn talenten te grabbel, want die heeft hij ontegenzeglijk. Hij kan met zijn spel makkelijk eigen nummers pennen en op deze wijze het podium bestieren. Nu staat hij veelal gekke bekken te trekken en leuke poses voor de fotografen in te nemen, maar Rogers staat stil in zijn ontwikkeling als hij geen eigen nummers speelt en dat is vreselijk jammer. Blueskenners zien hem als een nieuwe Joe Bonamassa, want hij beheerst alle facetten op zijn gitaar. Dat is een statement, die ik wel wil delen, want zo voel ik dat ook.
Zangeres Shemekia Copeland, de dochter van Johnny Copeland mag de 2e avond afsluiten. Ze heeft haar eigen band meegenomen: Kevin Jenkins (bas), Arthur Neilson (gitaar), Willie Scandlyn (rhythm gitaar), Robin Gould (drums).
In het prachtige Wespelaar boekje staat dat, na het overlijden van Koko Taylor, er maar één dame recht heeft op de titel ‘Queen of the Blues’ en dat zal Shemekia Copeland zijn. Een gewaagd statement, want het schept verwachtingen. Ze heeft inmiddels een indrukwekkende rits cd’s op haar naam staan. De band speelt strak en haar zangkwaliteiten staan buiten kijf, maar in mijn oren met een overkill aan lange uithalen die helemaal niet nodig zijn.
Op haar cd’s weet ze zich wel in te houden. Ik heb haar een klein half uur gezien en gehoord en mijn blik gericht op de volgende dag. De vorige dag was het om privéredenen al erg laat geworden en het vege lijf schreeuwt om rust. Mooie gelegenheid om af te taaien.
Stef Paglia, zang en gitaar, opent de laatste dag. De aimabele Belg trotseert de motregen, hoewel het hooggeëerd publiek het meest nat wordt. Ik heb het trio nu al een paar keer zien spelen, maar ook deze band boekt progressie.
Hij brengt een instrumentale ode aan zijn vader die hem op Wespelaar helaas nooit heeft zien spelen. Elk woord is er een teveel, want de heerlijke solo’s rijken tot ver boven de regenbuien en breekt uiteindelijk het wolkendek. De rest van de dag blijft het droog. Kaz Hawkins speelt een stomend nummer mee en we begrijpen hieruit dat ze een dirty woman is. Stef speelt een dampende set en na afloop blijkt dat de reeds aanwezige mensen het prachtig vinden, want zijn cd’s, t-shirts en caps vinden gretig aftrek.
Inmiddels is het droog geworden en zal dat blijven als de Italiaan Dany Franchi een degelijke set neerzet, zoals we inmiddels van hem gewend zijn. Afwisselend, zoals hij zijn set opbouwt, is top voor een jonge bluesgast, Zijn gitaargeluid is mooi open. Hij staat hier op Swing Wespelaar te spelen alsof hij er al jaren kind aan huis is. Franchi legt een volwassen sound aan de dag met een prima uitgebalanceerde setlist. Ondanks zijn leeftijd heeft hij al een aantal uitstekende cd’s in de markt gezet. Zijn laatste ‘Problem Child’ is een aanrader.
Whitney Shay uit Los Angeles heeft een uitstekende Franse band bij zich incl. twee saxofonisten, een Hammond-orgelman en een ritmesectie bestaande uit bas en drumkit. Over haar zangkwaliteiten kunnen we een urenlange discussie loslaten, maar expressie heeft ze overduidelijk met haar paarsachtig rode haar, rode microfoon en glitterjurk met hoge uitsnede. Shay schreit over het gehele podium. Ze geeft elk bandlid de ruimte om zijn kunnen te laten tonen. De saxofonisten mogen even naar voren komen om een solo te geven met haar eigen knalrode microfoon voor de slurf van de instrumenten. Lekker gitaarwerk van de rocknummers die voorbijkomen aangevuld door de Hammond met soms een jazzy inslag met haar stem. Voor het ‘elk wat wils’ idee is dit weer een mooie aanvulling.
Breezy Rodio speelt, zeker in het begin, een wat klinische set met niet al te veel emotie. Een lekker bluesje voor een zomermiddag, totdat Dany Franchi op het podium verschijnt en ineens mag inpluggen en na een eerste nummer Jamiah Rogers ook het podium bespringt. Hij krijgt de gitaar van Breezy Rodio en mag samen met Dany lekker los terwijl Breezy achter de microfoon plaatsneemt.
De sfeer is meteen anders op het podium, maar ik denk wel dat de timing beter aan het eind van de show plaats had moeten vinden.
Kirk Fletcher toert met enige regelmaat rond in Europa. De uit California afkomstige gitarist is de laatste jaren uitgegroeid tot een van de smaakmakers van de huidige bluesscene, niet in de laatste plaats door zijn samenwerking met de Fabulous Thunderbirds en Joe Bonamassa.
Zijn laatste cd ‘Hold On’ is genomineerd als Best Contemporay Blues Album bij de Blues Music Awards en dat is zeer terecht, want de man kan ‘hem vasthouden’ als ik een van mijn vrienden mag citeren en daarmee zegt hij met niet zoveel woorden dat Fletcher een begenadigd gitarist is. De man speelt zo makkelijk en is een genot om te zien en te horen, ook hoe hij er zelf van staat te genieten. Komende week en wel op zaterdag 24 augustus staat Kirk Fletcher met zijn trio als afsluiter op het hoofdpodium in Culemborg.
Mud Morganfield, The Seventh Son van Muddy Waters, mag deze 32e editie afsluiten. In zijn jonge jaren speelde de man eerst op een drumstel dat hij van zijn vader kreeg en later op bas. Op zijn 54e levensjaar zag hij het licht en begreep dat hij zijn stem te gelde moest maken. Dat klinkt wat bout, maar zo zie ik de man een beetje. Hij is super commercieel ingesteld en doet op het podium zakelijk zijn ding. “Take You’re Time Son” is de meest gehoorde kreet als een bandlid een solo mag doen. Steve West Weston op harmonica mag er veel en neemt ook veel de tijd, maar we hebben het hier dan ook over Chicagoblues van het zuiverste water.
Mud toont geen enkele emotie en draait zakelijk zijn repertoire af. (I'm Your) Hoochie Coochie Man zijn prima uitvoeringen en de overige nummers ook.
Het laatste half uur schuift Johnny Burgin aan en wordt het nog spannend tussen hem en Ronni Boysen (Kokomo Kings) en eindigt de set in een feestje.
We hebben van een natte editie van Wespelaar ‘genoten’.
De weergoden werden door de duivel op de hielen gezeten en deze zorgden met een heerlijke line-up dat het uiteindelijk goed kwam. |
|